Meteen naar de inhoud

Het verhaal van Laura

Foto van Laura. Laura is wit, heeft lang donkerblond haar en draagt een bril met goen metalen frame. Haar linker mondhoed is omhoog getrokken. Ze draagt een grijs shirt met daatonde een wit hemd. Op haar rechterschouder zit een ringstaartmaki. Op de achtergrond bomen, een pad en iemand met een buggy met parasol.

Ik ben Laura, 29 jaar, en ik zit al 171 dagen in isolatie. Ik heb meerdere chronische aandoeningen, maar het is eigenlijk niet goed bekend of ik nou bij de risicogroep hoor of niet. Ik heb op dit moment ook geen behandelend arts die mij hier meer over kan vertellen en er zijn waarschijnlijk nog dingen ongediagnosticeerd. Een van die chronische aandoeningen is ME/CVS met daarbij horende PEM crashes. Dit betekent dat mijn gezondheid verslechterd na inspanning (zowel fysiek als cognitief) en dat dit blijvend kan zijn. Misschien is de kans op overlijden door Covid niet groter (al is mijn algehele gezondheid hierdoor wel verzwakt), maar de kans dat ik voor de rest van mijn leven een stuk gezondheid in moet leveren is enorm. Daarom beschouw ik mezelf toch maar als risicogroep.

Ik zit niet volledig in quarantaine want ik heb namelijk ondanks alles een vitaal beroep. Ik werk voor een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik doe dit met liefde, maar mijn cliënten vallen zelf ook onder de risicogroep. Dus nog een reden om extra voorzichtig te zijn. Het is wel fijn dat ik daardoor dus nog wel af en toe wat mensen zie, maar ik moet bekennen dat het ook erg eng is. Mensen op straat houden geen afstand, het is ook niet te zien aan mij dat ik in de risicogroep val. Ik ga op de fiets omdat ik het openbaar vervoer niet meer vertrouw, maar dit is eigenlijk te zwaar voor mij. Ook fiets ik een omweg om de drukke wegen te vermijden, wat nog meer van mijn gebrekkige energie kost. En daarnaast ben ik erg bang voor een uitbraak binnen de instelling waar ik werk.

Ik kom dus nog wel twee keer in de week buiten voor mijn werk, maar verder kom ik eigenlijk nergens. Ik heb vrienden met kleine kinderen die ik nu niet kan zien. Ik denk niet dat de jongste mij straks nog herkend. Dat doet pijn. De keren dat ik in een winkel ben geweest zijn op mijn vingers te tellen. Af en toe zie ik een vriendin die ook in isolatie zit. En één keer mocht ik naar een begrafenis, wat behoorlijk heftig was. Een ervaring die ik nooit meer zal vergeten. Dus ja ik snap aan de andere kant ook heel goed dat mensen moeite hebben met de maatregelen.

Maar verder zit ik dus thuis, alleen. In het begin vond ik dit nog goed te doen, omdat er ook veel online werd georganiseerd. Iedereen zat in hetzelfde schuitje en er werd daarom wat meer contact gezocht met elkaar. Maar ondertussen beginnen de online activiteiten weer te verminderen en mensen die wel naar buiten gaan zijn mij allang weer vergeten.

En als er dan mensen zijn die er wel aan denken aan de risicogroep, dan is dat vaak in de trant van weer een artikel die bediscussieerd of ik mag blijven leven of niet. Zonder dat ik daar zelf inspraak over heb, gaan wildvreemde mensen overal vertellen dat ik best wel dood mag gaan omdat er teveel rekening met mij wordt gehouden. Terwijl ik dus merk dat ik totaal vergeten ben en er juist helemaal geen rekening met mij wordt gehouden. Ik wil ook graag meedoen en weer leven in plaats van overleven. Ik wil ook weer eens naar een museum of naar een boekhandel. En dat zou nog goed voor de economie zijn ook, als de risicogroep dat weer zou kunnen doen. Maar nu worden we alleen maar stelselmatig uitgesloten. Dit is mentaal erg zwaar. Ik weet dat iedereen de lockdown mentaal erg zwaar vond en dat veel mensen mentale problemen kregen. Dit is voor de risicogroep niet anders, en dat anderen gaan zeggen dat je wel dood kan of opgesloten kan worden omdat je er niet toe doet, dat maakt het nog zoveel moeilijker. Maar ook daar is geen aandacht voor. Daarin worden wij ook vergeten.

Ik ben geen onderdeel meer van de maatschappij en mensen hebben niet meer door dat ik ook nog besta. Daarom vond ik de #GeenDorHout actie ook zo fijn. Eindelijk kreeg ik ook een gezicht en ik zag dat er meer mensen waren zoals ik. Ik ben niet langer niet enige. Maar ik kon zien dat het juist om een hele grote groep mensen gaat die we niet kunnen en willen missen.

Skip to content